NOORD-HOLLAND - Het is vandaag precies honderd jaar geleden dat de Zuiderzeewet van kracht werd. De wet moest het land beschermen tegen storm en overstromingen. Het bracht ons de Afsluitdijk, het veranderde de Zuiderzee in het IJsselmeer en het leven achter de dijk werd een stuk veiliger.
"Vroeger knalde het echt op de kust, en op deze dijk. Die bezweek dan ook best wel vaak", vertelt Maarten Ouboter van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. De druppel was de watersnoodramp van 1916, toen de dijken doorbraken in Waterland.
De dijken zijn nu veel minder belast, maar nog wel nodig om het water te bestrijden. "Mensen wonen nu met een gerust hart achter de dijk." Door de komst van de Afsluitdijk is het hart van Nederland namelijk een stuk veiliger geworden.
Oude Wieringers hebben nog altijd het eilandgevoel
Het maken van de Afsluitdijk heeft grote consequenties gehad, want het zorgde ervoor dat Wieringen aan het vaste land kwam te liggen. Ookal zijn nu een eeuw verder, de streek straalt soms nog steeds het eilandgevoel uit. "De oude Wieringers hebben nog het gevoel van: 'We wonen nog steeds óp Wieringen. We wonen niet ín Wieringen'. Dat geeft toch wel aan dat we nog ergens eilanders zijn", vertelt Gerard Numeijer van de Historische Vereniging Wieringen.
"Het was de navelstreng zou je kunnen zeggen. Hier vertrekt meerdere malen per dag de Postboot richting Van Ewijcksluis. Dat kon een barre tocht zijn. Er zijn ook mooie verhalen over te vertellen. Mijn opa zat bij de harmonie. Als ze op de vaste wal moesten spelen voor een concours en het was slecht weer, dan ging de boot niet terug. Ze gingen dan lekker muziek spelen en een borreltje drinken. Dat de boot niet altijd op tijd voer, was niet voor iedereen ongunstig", grinnikt Numeijer.
Echt veel protest is er nooit van de eilanders gekomen. "Het werd van hogerhand bepaald. Wieringers hebben ook vaak zoiets van: 'We zien wel hoe het komt'." Sinds 1924 is Wieringen geen eiland meer. "Je denkt wel eens hoe het geweest zou zijn als Wieringen nog een eiland was. We hebben natuurlijk prachtige, interessante plekken, er is een Vikingsschat gevonden. Toch is het goed dat we geen eiland meer zijn. Maar we voelen ons nog wel eilanders."
Gelukkig hebben we het Zuiderzeemuseum nog
Het verdwijnen van de Zuiderzee was een klap voor de dorpen aan het water. Veel West-Friezen leefden ten tijde van de Zuiderzee van de visserij. "Je had de smid, die maakten vishaken. Je had zeilmakers, maar ook kuipers die vaten maakten", vertelt Femke van Drongelen van het Zuiderzeemuseum. "Iedereen werkte wel in of voor de visserij."
Ruim 100 jaar geleden voeren er zo'n 3.000 platbodems over de Zuiderzee. Nadat een stormvloed in 1916 het leven eiste van zestien mensen, werd besloten om de plannen van ingenieur Cornelis Lely uit te gaan voeren. Zo kwamen de Zuiderzeewerken tot stand, waaronder de bouw van de Afsluitdijk. Dat had grote gevolgen voor de mensen die rondom de Zuiderzee woonden. "Mensen moesten wat anders gaan doen. Zo werden mensen gedwongen boer."
Men heeft geprobeerd de cultuur uit die tijd te bewaren door het Zuiderzeemuseum op te richten. "Er zijn panden uit Zuiderzeedorpen als Marken en Genemuiden hiernaartoe verplaatst. Dus dat zijn echt originele gebouwen uit die tijd", vertelt Van Drongelen.
Ook zijn veel oude ambachten nog te zien in het museum zoals een touwslagerij, mandenmakerij en smid. Jaap Boers werkt als smid in het Zuiderzeemuseum en vindt dat het belangrijk is dat het ambacht nog te zien is. "Vroeger was het normaal en zag je de smid in het straatbeeld, maar al het werk is tegenwoordig verplaatst naar fabrieken. Dat is jammer. Zeker voor kinderen, want het is altijd leuk om te zien hoe iets gemaakt wordt."
Zie onze mediapartner NH Nieuws voor een uitgebreide reportage over 100 jaar Zuiderzeewet