Gemeenten krijgen een taakstelling van de minister voor de huisvesting van verblijfsgerechtigden. De provincie moet er van het Rijk op toezien dat gemeenten hieraan voldoen.
De Rijksoverheid geeft gemeenten elk half jaar een taakstelling voor de huisvesting van verblijfsgerechtigden: mensen wiens asielaanvraag gehonoreerd werd door de Rijksoverheid. De hoogte van deze taakstelling hangt af van het aantal inwoners van de gemeente en het verwachte aantal statushouders.
Ondanks herhaaldelijke gesprekken en interventies van de kant van de provincie komt de gemeente Castricum sinds 2020 de eigen toezeggingen niet na. Momenteel heeft de gemeente sinds 1 juli 2021 een achterstand van in totaal 34 personen.
Castricum moet achterstand inhalen
De gemeente Castricum krijgt nog tot 31 december 2021 de gelegenheid om de opgelopen achterstand in te halen. De provincie vertrouwt erop dat dit gaat lukken. Mocht dit niet zo zijn, dan neemt de provincie de rol van de gemeente over (indeplaatsstelling) en gaat de provincie de achterstand op kosten van de gemeente wegwerken.
De provincie gaat dan onder andere verdergaande afspraken maken met de wooncorporaties en mogelijke alternatieven vormgeven om te zorgen voor voldoende woningen.
Indien Castricum per 31 december de geconstateerde achterstand niet weggewerkt heeft, zal Gedeputeerde Staten in de maand januari van 2022 een beslissing nemen over indeplaatsstelling. Voor die tijd zal de verantwoordelijk wethouder van Castricum worden uitgenodigd voor een bestuurlijk gesprek.
Verder uitstel niet te rechtvaardigen
Cees Loggen, gedeputeerde Noord-Holland: "Naast de toezichtstaak die de provincie in opdracht van het Rijk uitvoert, vinden wij het belangrijk dat gemeenten aan hun taakstelling voldoen. Als er onvoldoende woningen beschikbaar zijn, moeten verblijfsgerechtigden langer verblijven in asielzoekerscentra. Zij kunnen hun inburgering in de Nederlandse samenleving dan niet starten.
Daarbij hebben andere gemeenten in de provincie de afgelopen jaren hard gewerkt om verblijfsgerechtigden te huisvesten en achterstanden weg te werken. De provincie vindt dat zij het naar deze gemeenten niet kan rechtvaardigen om verder uitstel te verlenen aan de gemeente Castricum."